donderdag 18 juli 2013

Façade van een clown

Gistermiddag zat ik even bij Coffee Corazon nog wat aantekeningen voor een nieuw verhaal te maken in mijn boekje. Naast me zat een man die wat stil voor zich uit zat te staren. In z'n handen een rode clownsneus. Ineens vroeg hij aan me , sorry dat ik u stoor maar wat zit u allemaal te schrijven. Ik antwoorden dat ik ideeën voor een nieuw verhaal zat op te schrijven, zodat ik weer een nieuw Weblog kon schrijven.
O zei hij ik wou dat ik dat ook kon, schrijven. Ik maak als clown zoveel mee waar ik over zou willen schrijven maar ik durf gewoon niet.
Op mijn vraag waarom dan niet , antwoordt hij dat hij gewoon onzeker was in alles. Van jongs af aan had hij daar al problemen mee. Dingen uiten of ergens tegenin gaan dat durfde hij gewoon niet. Ook later niet toen hij wat ouder was kon hij zich bijna niet uiten. Hij had een tijdje stervensbegeleiding gedaan, maar over dat werk kon hij met niemand praten. Alles nam hij mee naar huis.
Meneer zei hij ik was bijna zelf dood. Ik zag het gewoon niet meer zitten. Tijdens een therapie sessie moest ik een keer een clownsneus op en zo aan iedereen vertellen wie ik was. Gek genoeg lukte me dat. Mensen moesten om me lachen. Daarna ben ik dat gaan doen voor zieke kinderen en mensen die een opkikkertje nodig hadden. Dat doe ik nu al een poosje en dat gaat erg goed.
Ik zei: dus eigenlijk verschuil je je achter je clownsneus en ban dan jezelf? Maar zo als je nu zit te praten heb je die neus toch niet nodig? Weet je zei ik heel veel mensen spelen een rol in het leven. Ze zijn niet de persoon die ze werkelijk zijn, maar spelen een rol die andere van ze verlangen. In feite doe jij dat dus ook, terwijl je bij mij zo heel eerlijk overkomt. Je hebt die clownsneus gewoon niet nodig.
Meneer zei hij, weet u dat dit de eerste keer is dat ik dit zomaar zit te vertellen. Ik vind het knap dat u me ook zo aan het praten hebt gekregen, dat is iets waar ik over na moet denken.
Ik zei laten we iets afspreken na de vakantie spreken we hier weer af , en dan heeft u een verhaal over u rol als clown geschreven. Volgens mij is het de moeite waard om aan andere mensen te vertellen wat het is om clown te zijn voor andere mensen. En ik denk dat die andere mensen, zoals zieke kinderen juist ons iets kunnen vertellen. Zij spelen geen rol maar zijn gewoon zich zelf, daar kunnen we denk ik wat van leren.
Op televisie is nu een mooi programma zei ik:" Liefde voor later" daarin komen mensen aan het woord die niet lang meer te leven hebben. Laatst zei een vrouw : " Ik ben er helemaal klaar voor, ik heb met niemand meer ruzie, alle woorden zijn gezegd. Ik heb me nog nooit zo vrij en rustig gevoeld, ondanks dat ik weet dat ik dood ga. Maar ik ga boven dansen " Dat maakte erge indruk zei ik.
Top zei hij dat doen we , begin september lever ik een verhaal in. Hier op dezelfde plaats en zelfde locatie. Hartelijk dank voor dit fijne gesprek. Tot gauw.


Met dank aan A. dat ik het mocht opschrijven.

dinsdag 16 juli 2013

Vroeger en nu.

Vanmorgen werd ik ingehaald door 2 jongens op de fiets. Oordopjes in met harde muziek en ondertussen druk aan het typen op hun iphone. Verkeerslicht stond al op rood maar gewoon doorrijden. Een fietser van rechts kon hun nog net ontwijken en kreeg ook nog allerlei verwensingen naar z'n hoofd geslingerd.

Dat is heel wat anders dan in de tijd dat ik zo oud was, rood was rood en daar stopte je voor.
Natuurlijk was dat een heel andere tijd. Als je een nieuwe fiets kreeg (pas als je naar de middelbare school ging) zaten er nog klossen op de pedalen, zodat hij een paar jaar mee kon groeien.
Wilde je muziek op je fiets dan maakte je een fietsklepper. Fietsklepper hoor ik vragen wat is dat in hemelsnaam. Ok, even een korte toelichting: je neemt een leeg blikje van de schoensmeer, een halve houten knijper, een tien brede elastieken of stukken binnenband in ringen geknipt,twee houten wasknijpers die goed sterk zijn. Verder een sterk stukje touw. Hoe je zo'n klepper maakt staat beschreven op het Witloxforum


Op maandag moest ik voor ik naar school ging eerst heet water halen bij de waterstoker in de Hoornsestraat. In die tijd nog geen warm water uit de kraan. Je kon ook een grote wasketel op het gasstel zetten,maar in de buurt zat een waterstoker die voor ik dacht een stuiver heet water leverde. Dat hete water ging in een klein tonnetje, daarna werd er een stop ingeslagen en het tonnetje op een klein karretje met houten wielen gelegd. Ik moest dan ook een pakje stijfsel meenemen en een zakje reckitt blauw

Heen en terug zat er een behoorlijk hindernis ingebouwd een brug met trappen, gelukkig was ik niet de enige die water moest halen. We hielpen elkaar dan de tonnetjes en daarna de karretjes over de brug te tillen.
Het hete water ging in een grote houten wasmachine

Kwam ik dan 's middag weer uit school dan moest ik nog even helpen de was door de wringer te halen. Een keer in de week je wassen in de teil, deze stond op een stukje zeil voor de kachel, verder deed je dat met koud water uit de kraan.
Trouwens over op dat stuk zeil ben ik een keer uitgegleden, met m'n mond tegen de kachel. Hevig bloedend achter op de fiets naar het ziekenhuis met als eind resultaat een mooi litteken op m'n bovenlip.
Daarna was het vaak met m'n vader samen naar het badhuis. Je mocht dan ongeveer een kwartier douchen, daarna werd er al op de deur geklopt dat je moest opschieten.

Soms op m'n kamertje naar de radio luisteren, Nou ja Radio, deze zag er ongeveer zo uit:

Als antenne een lange draad uit het slaapkamerraam en dan hoopte je een signaal te kunnen ontvangen van radio Luxemburg. Later werden dat de Noordzeezenders vanaf de radiopiraten voor de kust.

Nu kies ik uit honderden zenders via mijn radio
die is aangesloten op het internet. Het hete water komt uit een kraan, douchen doe je thuis. De wasmachine doet bijna vanzelf z'n werk. De kinderen krijgen bijna ieder jaar een nieuwe fiets. Telefoons worden vervangen zodra er iets nieuws op de markt komt.

Vroeger en nu, ik laat het aan de lezer over om te bepalen welke tijd nu eigenlijk leuker, mooier of tevredener is.


zaterdag 13 juli 2013

Spannend!!

Met moeite loop ik de steile helling af, onder mijn voeten liggen spekgladde stenen. Voor me duikt plotseling een donkere tunnel op, voorzichtig loop ik verder, het pad stijgt ineens weer. Dan ineens sta ik in het licht, ik wordt verblind door de zon en dan staan ze ineens voor me, twee grote dieren kijken me aan, hun tanden blinken in het zonlicht. Ik duik van schrik de donkere tunnel weer in, vlieg een ander pad op en hoor de twee dieren achter me rennen. Voor me zie ik ineens een soort brug met touwen, ik trek me razendsnel aan twee touwen omhoog om zo hoog mogelijk boven de grond te komen. Onder lopen de twee dieren rondjes ondertussen me scherp in de gaten houdend. Aan het eind van de touwbrug zie ik een nis ik duik er snel in,maar glij meteen door een soort donkere tunnel verder en land plat op mijn achterste in het zand. Als ik langzaam opkrabbel staan een paar kinderen me verbaasd aan te kijken. Heeft u zich pijn gedaan meneer? Nee zeg ik het valt wel mee. Was u bang voor de hyena's? Hyena's? vraag ik. Nee hoor daar ben ik niet bang voor. O zei een kind dat dachten we even.

Ik loop gauw verder, die klim alles route is toch enger dan ik dacht.
foto: Irma van Plateringen




Als ik bijna bij de uitgang ben, hoor ik de hyena's nog lachen.

donderdag 11 juli 2013

Dagdromen

Donderdagmiddag, ik loop de Bikeshop aan de Leusderweg binnen om m'n fiets op te halen. Als door een magneet aangetrokken loop ik naar hem toe. De SANTOS Travelmaster 2.8, kleur Gun Metallic en helemaal klaar voor de fietsvakantie. Voldoende ruimte om alle bagage mee te nemen en een Rohloff versnellingsnaaf. Wat zal dat fijn fietsen. In gedachte zie ik mezelf al langs oude wegen naar Lourdes en Compostella fietsen. Maar voorlopig staat eerst het Fietserpad op het programma. Gewoon van Eijsden naar Pieterburen (600 km )je moet tenslotte ergens beginnen met langere afstanden fietsen.

In de verte hoor ik mijn naam roepen,
meneer Lagendijk sorry dat het even duurde maar u fiets is klaar.
U Giant is weer helemaal in orde.

Giant, o ja dat is waar ook die had ik vanmorgen gebracht voor onderhoud. Maar ja je moet soms wat hebben om over te dagdromen.
Vrolijk fiets ik naar huis.

maandag 8 juli 2013

STIL

Stil

Van collega en goede vriendin Maja moest ik maar een keer wat over STIL schrijven:

Ik was pas even met haar in gesprek en zei toen dat het in Amicitia (voor niet Amersfoorters de mislukte koopgoot in Amersfoort)erg STIL was. Waarom schrijf je daar niet eens over, het klonk bijna als een opdracht dus vandaar nu iets over STIL.

Wat is STIL eigenlijk? Is het nog wel eens STIL om ons heen of kennen wij eigenlijk STIL niet meer.
Er zijn natuurlijk momenten waarop we STIL zijn maar is het dan ook STIL? Vroeger in de kerk vroeg de dominee om een gebed in stilte, maar ik herinner me dan het gekraak van de pepermuntjes die door kiezen in kleine stukjes werden gemalen. Dus STIL was dat niet.
Is STIL het zelfde als Stilte? Ook dat is lastig te beantwoorden. Waar vind je nog stilte om je heen. Overal lawaai van verkeer, i-phones, en mensenmassa's. De stilte moet je soms ver zoeken. Op een van onze fietstochten waren we eens in Twente, daar was het bijna STIL, maar je hoorde de bijen en vogels dus helemaal STIL nee ook daar niet.
Ook vragen mensen weleens aan me , wat ben je STIL is er iets? Nee er is niets ik ben gewoon even STIL, mag dat niet? STIL zijn betekend niet dat er niks te horen is, woorden hebben stilte nodig om gehoord te worden. Vaak vergeten we dat en praten maar door. We worden alleen niet meer gehoord.

Sommige wijzen hebben daar mooiere woorden voor dan ik :
Stilte is niet afwezigheid van geluid. Stilte is de diepste klank.
Tao Meng

Ook zijn er mooie liedjes geschreven met als titel STIL, zoals "Het is zo Stil in mij, ik heb nergens woorden voor." VAN DIK HOUT. Natuurlijk zijn er meer nummers die hier over gaan maar deze blijf mooi.
Na de stilte komt muziek het dichtst bij het zeggen van het onzegbare.
Aldous Huxley

Als ik aan het werk ben in dierenpark Amersfoort, zie ik ze regelmatig in het park. Een ouder stel, zij in rolstoel hij erachter. Bijna iedere dag komen ze wel even om een rondje te lopen. Drinken een kopje koffie of eten een kopje soep. Als ik ze zie dan maak ik altijd even een praatje. Enige tijd geleden moest hij ondersteund worden het ging even niet zo goed met hem. Het ergste vond hij dat hij z'n vrouw niet meer kon rondrijden. Aan z'n ogen zag je dat hij daar moeite mee had. Gelukkig zag ik ze later weer samen door het park lopen, hij weer achter haar rolstoel. Iets langzamer dan anders maar weer een blijde glans in z'n ogen. Ik zei gelukkig bent u er weer. Ja zeiden ze we zijn er weer. We gaan lekker op het terras koffie drinken. Fijne dag nog en bedankt voor je belangstelling.

Kijk daar wordt ik nu STIL van.




Stilte verlicht je levenspad. Door niet te spreken, zie je duidelijker (Mahatma Ghandhi)



Maja bedankt voor je boek en het onderwerp.

donderdag 4 juli 2013

De oude stad (slot)

Gister de gevonden foto's van de Oude Stad afgegeven bij Erik van Vliet. Een bevlogen verteller kan ik wel zeggen.
In een kort tijdsbestek kreeg ik een heel verhaal over het ontstaan van de Oude Stad, of eigenlijk de Stad der Oudheid te horen.

Hoewel,eigenlijk weet ik zelf gelukkig ook al het een en ander over de Stad der Oudheid en waren mijn voorgaande verhalen vooral bedoeld om dit themagebied in Dierenpark Amersfoort eens extra onder de aandacht te brengen.

Als rondleider moet je je soms extra verdiepen in de omgeving waarin je werkt. Voor de Stad der Oudheid is het gelukkig zo dat de opzet en doelstelling me erg aanspreken. Hierdoor is het voor mij geen straf geweest om alle extra info die Erik van Vliet rondom het themagebied heeft beschreven door te lezen.
Het thema van de stad is: 'De relatie tussen mens en dier in oude beschavingen'.
De opzet van de stad is ontstaan vanuit de diverse soorten mens/dier relaties. De architectonische achtergrond is door deze gekozen relatievormen ingegeven.

Vier soorten relaties worden behandeld in de Stad der Oudheid.

De vier belangrijkste relatievormen tussen mens en dier vind je hieronder weergegeven.
- HET DIER OP EEN VOETSTUK
Dieren werden vereerd in godsdienst en uit respect voor de natuur.
- DE HUISDIEREN IN DE STAD (Gedomesticeerde dieren)
Gedurende de verschillende beschavingen werden er pogingen gedaan om dieren tot
gebruiksdier te maken. Sommige pogingen waren zeer succesvol, anderen mislukten.
- DE WILDE DIEREN IN DE STAD (Cultuurvolgers)6
De steden in de oudheid werden bevolkt door talloze dieren. Soms was hun aanwezigheid de
mens tot nut. Andere dieren vormden gevreesde plagen.
- DE WILDE DIEREN ROND DE STEDEN
Buiten de steden leefden vreemde en gevaarlijke dieren. De mens was geïnteresseerd in hen.
Jacht, verzameldrift en wetenschap waren de drijfveren.

Ik zal niet al de hierboven beschreven relatievormen verder uitwerken. Maar een paar voorbeelden die ik zelf altijd vertel wil ik hier wel delen.

De relatie tussen mens en dier verschilt van periode tot periode en van beschaving tot beschaving.

Zo heb ik intussen geleerd dat de Romeinen veel wilde dieren uit Noord Afrika hebben weggevangen om die vervolgens in het Colosseum in Rome te laten optreden tijdens bloedige gevechten.
Toen in het jaar 80 het Colosseum in gebruik werd genomen bevonden zich 11.000 exemplaren van allerlei wilde diersoorten in de kooien onder de arena. Door het vangen van dieren ten behoeve van de spelen zijn talloze grote diersoorten in Noord-Afrika uitgeroeid. Olifanten, giraffen, neushoorns en leeuwen vinden wij nu alleen nog maar ten zuiden van de Sahara. Zie ook hier:http://mens-en-samenleving.infonu.nl/sociaal-cultureel/104278-de-verhouding-tussen-romeinen-en-wilde-dieren.html
Bij mijn bezoek aan Rome keek ik dus heel anders tegen het Colosseum aan.

Een ander voorbeeld is het overbrengen van de pest door ratten. Een groot deel van de bevolking van Europa stierf door deze ziekte. Landerijen werden niet meer bewerkt, varkens en koeien verwilderde. De grote roofdieren zoals wolf en beer hadden de ruimte, doordat bossen het landschap overnamen. Ruim 200 jaar had de natuur vrij spel, totdat de Spanjaarden de Armada gingen bouwen. In een recordtijd werden alle 200 jaar oude bossen gekapt en de wilde dieren weer teruggedrongen naar een klein leefgebied.


Ook een mooi voorbeeld is de hond en de hondenkar.
Zo'n 2 eeuwen geleden was het heel normaal honden als trekdier te gebruiken.
De definitieve doorbraak van de trekhond met de hondenkar dateert in Nederland omstreeks 1800. Van andere landen zoals België, Duitsland, Frankrijk, Noorwegen en Zwitserland zijn gegevens bekend, dat er in de periode 1800 tot ± 1950 ook met hondenkarren werd gewerkt. Men gebruikte honden om dat die goedkoop waren. Paarden waren alleen voor de mensen met geld en een hond at gewoon met het gezin mee.
Allerlei lasten en vrachten werden per hondenkar vervoerd. De hondenkar was vooral populair bij; bakkers, kleine boeren, eierhandelaren, expediteurs, rondtrekkende fotografen, groentenboeren, imkers, kaasventers, krantenbezorgers, kruideniers, looiers, marskramers, melkventers, petroleumventers, poeliers, postbezorgers, schoenlappers, slagers, visventers, verhuizers en allerlei andere kleine ambachtslieden.
Bekend is dat de hond met hondenkar lang werden gebruikt voor het bezorgen van brieven en pakketpost en in het leger als trekdier voor mitrailleurwagens.
Bron:De hond en de hondenkar
In die periode was het dus heel gebruikelijk om honden onder of voor een kar te spannen. Tegenwoordig is dat weer heel anders. Nu zie je veel honden in een kar achter de fiets.
foto: Janny Kooij


Ook zie ik regelmatig dat honden in een kinderwagen door het park gereden worden. Zo zie je maar dat de relatie mens -dier steeds weer veranderd.
Daarmee veranderd ook regelmatig het beeld van de relatie tussen mens en dier, waardoor het eigenlijk altijd wel boeiend blijft om in de Stad der Oudheid bezoekers iets te vertellen.