vrijdag 27 maart 2015

Cube Story: verhaal vijf

De maan verlicht de kamer met een zacht warme gloed. Door de gordijnen van het slaapkamerraam zie ik vaag nog de lichtjes van de flat achter ons huis. Ik lijk in een diep dal te vallen als de slaap me overvalt.

"Het hek van de tuin is afgesloten met een groot roestig hangslot. Voorzichtig voel ik met mijn hand aan het slot, het brokkelt van ouderdom uit elkaar en valt vlak voor mijn voeten op de grond. Ik duw tegen het hek wat piepend open gaat. Dit moet de toegang tot de geheime tuin van het huis met de donker toren zijn. Jaren ben ik op zoek geweest naar deze geheime tuin. In vele dromen kwam hij steeds voor, mooie bloemen, struiken en heesters in alle vormen en kleuren. Maar steeds kon ik de ingang niet vinden. Ik begon me zelfs af te vragen of de tuin wel echt bestond. Zelfs de mensen in mijn dromen konden me niet vertellen waar de tuin moest zijn. Omdat ze altijd een soort masker droegen kon ik ook niet achterhalen  wie de personen waren die vertelde over de tuin, maar nooit lieten ze los waar de tuin te vinden was. Zoek en je zal hem vanzelf vinden was hun antwoord.
We hebben allemaal een landschap in ons zelf, ook jij dus zoek. Geheime kamers en tuinen die in je groeien en langzaam tot ontwikkeling komen en dan...
Soms dacht ik dat ik de tuin gevonden had, ik schreef er over in gedichten of verhalen of sprak er over  met anderen mensen. Wat zocht ik eigenlijk?. Dat is moeilijk te zeggen, een Japanse tuin met al zijn symboliek? Een Zen tuin om mijn ziel rust te geven? En dan nu ineens die tuin, hier in mijn droom, helemaal zelf gevonden. Wat een sterk emotioneel moment, de geur van de bloemen en planten vulde heel mijn ziel.

 Eindelijk "Mijn Secret Garden" https://www.youtube.com/watch?v=-sWnEWpS_fA


   Componist: Rolf Lovland



dinsdag 24 maart 2015

Cube Story: verhaal vier


De vrouw gooide met een achteloos gebaar de dobbelstenen voor me op de grond. "Hier ligt je toekomst": zei ze met een mooie glimlach. Het was dat het een mooie vrouw was om te zien, anders had ik niet gepikt dat ze zomaar de stenen op de grond gooide.
Vertwijfeld staarde ik naar de stenen op de grond, wat moest ik hier nu mee?
Ik moest van haar een verhaal schrijven, "de stenen wijzen je de weg". Ja, lekker zeg, mag ik zelf gaan uitzoeken wat die stenen allemaal betekenen.
Ik nam de stenen mee naar huis en legde ze voorzichtig op de tafel. Lange tijd bleef ik er naar staren. Deze opdracht was duidelijk een brug te ver voor me. De tijd tikte langzaam weg en het werd al snel donker. Ik gaf de planten in de vensterbank wat water en staarde wat naar buiten. Aan de reeds donker hemel flitste een vallende ster. Vlug deed ik een wens. Normaal mag je die niet vertellen aan anderen, maar ik wenste dat de donkere vrouw vast zou lopen in haar eigen verhaal. Een beetje sprookjes vertellen aan andere mensen en zelf buitenschot blijven. Ik had al vernomen van andere mensen dat ze in een soort sprookjes wereld leefde, dromend van een prins op een wit paard. Die zou haar moeten redden uit haar ivoren toren. Ha, ze had niet door dat de echte prinsen allemaal langs haar heen reden, terwijl zij daar zat in haar kamertje drie hoog achter, waar ze staarde in haar toverspiegel.
Nee, dan had ik het toch beter voor elkaar. Zo vrij als een vogel kon ik mijn gedachten laten gaan. Vliegen naar iedere bestemming en zelf bepalen naar welke kant de weegschaal zou doorslaan.
Lekker niks aantrekken van haar zogenaamde toverstenen, waarmee je je eigen verhaal kon schrijven. Gewoon doen wat het leukste is en je eigen gedachten je lot laten bepalen. Ik draaide de deur op het nachtslot en deed het licht uit.

Morgen maar eens gaan nadenken over een echt verhaal.

Free as a bird,
it's the next best thing to be.
Free as a bird.

Free like a Bird

dinsdag 17 maart 2015

Cube Story: verhaal drie

Hij slofte langzaam de trap naar de zolder op. Daar helemaal boven in het huis was de plek waar hij het liefste was. De trap kraakte bij iedere stap, de treden waren al aardig uitgesleten door de vele keren dat hij naar boven gelopen was. Hij opende de deur van het kamertje en ontstak de oude schemerlamp. De lamp zette de kamer in een warm gele gloed. Een tor op de muur vluchtte naar een veilige donkere hoek van de kamer. Hij ging zitten in de grote oude Libertystoel en verstelde de leuning in een de stand die hij zo prettig vond als hij wilde lezen. Van het tafeltje naast de stoel pakte hij het boek op. Een geel papiertje gaf aan waar hij gister was gestopt met lezen. Door het zolderraam viel een streep maanlicht op een gravure aan de muur. Daar stond een afbeelding op van een piramide. Die had hij jaren gelden eens gekocht bij de kringloopwinkel, gewoon omdat hij het een leuke afbeelding had gevonden. Hij sloeg het boek open, haalde het papiertje tussen de bladzijde uit en legde het op het tafeltje. Uit de zak van zijn colbert haalde hij een appel, die hij eerst langs de mouwen van het jasje glimmend opwreef. Langzaam nam hij een hap uit de appel en begon te lezen.

Biggles zweefde aan zijn parachute langzaam naar de grond. Motorpech had hem gedwongen om uit het vliegtuig te springen. Dat was een streep door de rekening, nu lande hij midden in de woestijn van Egypte. Veilig geland maakte hij eerst een tent van de parachute, als bescherming tegen de brandende zon.

Ineens was alles donker, de gloeilamp had het begeven.Met alleen dat streepje maanlicht zocht hij zijn weg over de zolder. Aan de andere kant stond een oude weegschaal, daar moesten nog wat gloeilampen op liggen. Daar was haast niet meer aan te komen. alleen maar ledlampen verkochten ze tegenwoordig nog. Ja, gelukkig er lag nog een doosje met een lamp erin. 
Met een zucht van opluchting liep hij voorzichtig terug naar zijn stoel.

Biggles had intussen een vuurtje aangelegd......................


dinsdag 10 maart 2015

Cube Story nummer twee

Met gefronste wenkbrauwen zat hij naar het nieuws op de tv te kijken. Mannen met maskers waren de toren van een eeuwenoud gebouw met mokers en bulldozers  aan het slopen.
De gebouwen kende hij goed. Een paar jaar geleden had hij ze nog van dichtbij mogen aanschouwen. Afbeeldingen van gevleugelde leeuwen, schapen en mestkevers sierde de muren van het oude paleis.
Duizenden jaren hadden de gebouwen alle stormen en oorlogen overleefd. Nu werden ze met bruut geweld gesloopt. Ongelooflijk dat dit gebeurde. Net zo ongelooflijk om te zien dat mensen schijnbaar zo mak als een lam naar de slachtbank geleid werden. Wat waren dat voor figuren die zo iets barbaars konden doen. Geen enkele eerbied leek het wel voor mens of cultuur. Wat hem betreft mochten ze door de bliksem worden getroffen. Was hij maar een tovenaar dan zou hij met zijn toverstaf zwaaien en alles weer herstellen. In gedachten sprak hij een toverspreuk uit.

Het nieuwsbericht toonde nu vliegtuigen die hoog in de lucht hun sporen trokken op weg naar een volgend doel.




donderdag 5 maart 2015

Cube Story


Sabrina Diana gooit elke week 9 dobbelstenen met verschillende plaatjes (story cubes) en verwerkt deze in een verhaal. Dat vond ik zo'n leuk idee, dat ik met haar meedoe. Zo kunnen we zien hoe verschillend, of juist niet, onze fantasie is. 


De mist begon steeds dikker te worden. De omgeving vervaagde steeds meer en hij kon bijna niet meer zien waar hij liep. Zwoegend klom hij langzaam het pad omhoog de berg op. De eenzaamheid begon hem parten te spelen, hij praatte zelfs tegen de schapen en koeien de verbaasd opkeken als hij plots naast hun uit de mist opdook. Hij leek wel die heilige Antonius van Padua waarvan werd verteld dat hij voor de vissen was gaan preken: die zouden tenminste wel luisteren. En zo was het. Zodra hij het woord richtte tot de golven van de zee, kwamen van alle kanten vissen aanzwemmen en stelden zich in rijen voor hem op, de kleintjes helemaal vooraan in het ondiepe water, de grotere op de achterste rijen. Door met hun staart bewegingen in het water te maken, gaven ze hun instemming met Antonius' woorden te kennen.

Ineens doemde de contouren van een toren op uit de mist. Eindelijk! Dit moest het klooster zijn waar hij naar op zoek was. Nu maar hopen dat er nog een slaapplaats voor hem was.
Tot zijn schrik zag hij dat de grote deur afgesloten was met een hangslot. Dat zou toch niet waar zijn, gesloten! Naast de deur bleek echter een touw te hangen, hij trok eraan en hoorde binnen een bel luiden. In de muur een klein stukje verder ging een kleine deur open, door de mist had hij die over het hoofd gezien. Een monnik wenkte hem en hij liep naar binnen. De monnik wees op een bord wat binnen aan de muur hing. Daar zag hij dat het niet toegestaan was om met een mobiel te bellen en ook dat hem verzocht werd om stil te zijn. De monnik gaf met handgebaren te kennen dat hij hem moest volgen en wees hem een kleine ruimte waar een bed,tafel en een stoel stond. Op een papier aan de muur stond dat er morgen om 6 uur een dienst was en hij om 7 uur kon ontbijten. Hij deed zijn zware rugzak af en plofte vermoeid op het bed. Onvoorstelbaar dat hij al op dit punt van zijn voettocht was aan gekomen, ruim 2200 km had hij al afgelegd. Hij kon nog net zijn schoenen uittrekken voor hij door de slaap overvallen werd. Het leek nog wel nacht toen hij wakker schrok, de maan scheen door het kleine raampje naar binnen. Op de gang hoorde hij zachte voetstappen. Vast van de monniken die naar de vroege mis gingen. Van hem werd verwacht dat hij ook kwam, dat was een voorwaarde om hier te mogen overnachten. Langzaam liep hij achter de monniken aan en kwam in een daar kaarsen verlichte ruimte waar de mis zou worden opgedragen. Stil luisterde hij naar de eeuwenoude gezangen en gebeden.
Na de mis was er een eenvoudig ontbijt. Er bleken nog meer pelgrims aanwezig te zijn die net als hij zelf zwijgend aan tafel zaten te eten. Zodra hij klaar was haastte hij zich naar de eenvoudige wasruimte, haalde een natte lap over zijn gezicht, poetste zijn tanden en ging zijn rugzak halen. Op de grote binnenplaats zag hij dat de maan zijn plek aan de hemel aan het ruilen was met de zon. Die probeerde voorzichtig door de duisternis heen te breken.
Door de kleine deur in de muur verliet hij het klooster en nu de mist opgetrokken was zag hij al vaag de contouren van de bergketens om hem hen. Een pad voerde omlaag naar het dal. Voor hem zag hij al wat andere pelgrims langzaam de berg afdalen. Achter zich hoorde hij hoe de deur met een sleutel op slot werd gedaan. De monniken waren weer alleen op hun berg. Hij ging verder op weg naar Finisterre. De naam Finisterre is afgeleid van het Latijnse Finis Terrae, het einde van de wereld, oftewel daar waar de wereld ophoudt.