Met moeite loop ik de steile helling af, onder mijn voeten liggen spekgladde stenen. Voor me duikt plotseling een donkere tunnel op, voorzichtig loop ik verder, het pad stijgt ineens weer. Dan ineens sta ik in het licht, ik wordt verblind door de zon en dan staan ze ineens voor me, twee grote dieren kijken me aan, hun tanden blinken in het zonlicht. Ik duik van schrik de donkere tunnel weer in, vlieg een ander pad op en hoor de twee dieren achter me rennen. Voor me zie ik ineens een soort brug met touwen, ik trek me razendsnel aan twee touwen omhoog om zo hoog mogelijk boven de grond te komen. Onder lopen de twee dieren rondjes ondertussen me scherp in de gaten houdend. Aan het eind van de touwbrug zie ik een nis ik duik er snel in,maar glij meteen door een soort donkere tunnel verder en land plat op mijn achterste in het zand. Als ik langzaam opkrabbel staan een paar kinderen me verbaasd aan te kijken. Heeft u zich pijn gedaan meneer? Nee zeg ik het valt wel mee. Was u bang voor de hyena's? Hyena's? vraag ik. Nee hoor daar ben ik niet bang voor. O zei een kind dat dachten we even.
Ik loop gauw verder, die klim alles route is toch enger dan ik dacht.
Als ik bijna bij de uitgang ben, hoor ik de hyena's nog lachen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Bedankt voor u reactie,
Wim Lagendijk