Een tint grijs
Het begint al schemerig te worden als ik door een van de straten in Amersfoort loop.
Hier en daar brandt al licht achter ramen.
Plots zie ik haar zitten. Uitdagend zit ze in de vensterbank, haar rode haren lichten op door het schijnsel van een straatlantaarn.
Haar ogen gloeien als kooltjes in een heet vuur. Loom rekt ze zich uit zonder zich iets van me aan te trekken. Een paar huizen verder staat nog iemand voor de ramen, haar donkere haren glanzen op in de laatste zonnestralen van de dag. Als ik verder kijk blijken er meer in het raam te zitten. Ik voel me een beetje ongemakkelijk om door al die dames bekeken te worden.
Ze lijken zich allemaal op te maken voor het een of ander. Er wordt aan make-up gewerkt, haren worden glad gestreken. En ze draaien en bewegen in de vensterbanken.
Plots kijken ze allemaal mijn kant op,ik voel nu toch enige verlegenheid opkomen.
Maar hun blikken blijken niet voor mij bestemd.
Achter mij zie ik hem aankomen lopen, geheel in het grijs. Zijn spieren zie je tijdens het lopen rollen. In een etalageruit kijkt hij nog even of zijn haar goed zit. Dan loopt hij langzaam mijn kant op en kijkt mij aan met zijn heldere groen/grijze ogen.
Een van de dames springt plotseling snel uit de vensterbank en verdwijnt uit mijn zicht. De gordijnen bewegen zachtjes nog even na.
Dan verschijnt ze ineens op het pad naast de woning en roept hem. Hij vertraagd even zijn pas en dan springt hij soepel over het tuinhekje. Hij landt keurig naast haar en ze geeft hem een aai over zijn hoofd. Samen lopen ze het tuinpad af en verdwijnen in het huis.
Wat is het toch mooi om een grijze kater te zijn op zo'n zwoele zondagavond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Bedankt voor u reactie,
Wim Lagendijk