In 1996 heb ik een keer een gedicht geschreven over eenzaamheid.
Moest ik nu maar eens de grote boze wereld insturen:
Moest ik nu maar eens de grote boze wereld insturen:
EENZAAMHEID
De straten waren donker en zo leeg vannacht,
alleen een zwarte kat zag ik even onverwacht.
Bleef heel even staan in het licht van de maan,
stak toen over naar de andere kant van de laan.
De wind en regen zongen een lied zonder woorden
Het was als of ik je stem hierin kon horen
Ik loop hier eenzaam en somber heel alleen
Met niets anders dan wind en bladeren om me heen
De rook van openhaarden waait door m'n haren
In de verte zie ik de kleuren van neonlichten stralen
Nieuwe regenbuien komen aangedreven
O was ik toch maar bij jou gebleven
Leegheid is al wat ik zie in deze stad
Ik wou dat ik jou maar nooit verlaten had
Geen mens te bekennen, zitten zeker achter de buis
Eenzaamheid is dodelijk zonder een echt thuis
The streets looking empty to day, only a black cat pass my way
De straten waren donker en zo leeg vannacht,
alleen een zwarte kat zag ik even onverwacht.
Bleef heel even staan in het licht van de maan,
stak toen over naar de andere kant van de laan.
De wind en regen zongen een lied zonder woorden
Het was als of ik je stem hierin kon horen
Ik loop hier eenzaam en somber heel alleen
Met niets anders dan wind en bladeren om me heen
De rook van openhaarden waait door m'n haren
In de verte zie ik de kleuren van neonlichten stralen
Nieuwe regenbuien komen aangedreven
O was ik toch maar bij jou gebleven
Leegheid is al wat ik zie in deze stad
Ik wou dat ik jou maar nooit verlaten had
Geen mens te bekennen, zitten zeker achter de buis
Eenzaamheid is dodelijk zonder een echt thuis
The streets looking empty to day, only a black cat pass my way
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Bedankt voor u reactie,
Wim Lagendijk