vrijdag 23 november 2007

Siesta


De titel van dit bericht doet vermoeden dat ik een middagdutje ga beschrijven. Maar dat is niet zo. Dit berichtje gaat over "De stichting industrieel erfgoed in de stad Amersfoort" (Siesta) Zo als ze zelf op hun website omschrijven hebben ze het volgende doel: Siesta wil het industrieel erfgoed voor Amersfoort behouden. Daartoe is het allereerst van belang dat er een goede inventarisatie komt van de restanten en dat deze complexen worden gedocumenteerd. Verder ondersteunt Siesta onderzoeken die het behoud van het industriële erfgoed ondersteunen. Als derde activiteit wil de stichting bijdragen aan plannen voor het behoud en het hergebruik van het industriële erfgoed. Dit betekent dat Siesta actief meedenkt over nieuwe bestemmingen van de complexen zodat een gevarieerde en historisch verantwoorde inrichting van openbare ruimte ontstaat.
Overal in de gemeente Amersfoort staan kenmerkende gebouwen die getuigen van een boeiende historie door de eeuwen heen. Elke periode kent zijn eigen monumenten. De middeleeuwse monumenten in Amersfoort springen meteen in het oog. In grote kring zijn de ontwikkelingen tijdens de industriële revolutie minder bekend. Toch verraden verschillende complexen in de gemeente een boeiende en kleurrijke industriële periode.
Voorbeelden zijn de watertoren aan de Utrechtseweg, oude stationsgebouw aan het Smallepad. Maar ook de oudebaanwachterswoning aan de Leusderweg. Hier wil de gemeente een opvang voor alcoholverslaafden in vestigen. Terwijl dit huisje toch een stuk geschiedenis van de oude spoorweg naar Kesteren weergeeft.
Ook zet de stichting zich in voor het behoud van de oude wagenwerkplaats van de NS aan de Soesterweg. Ook het benzinepompgebouwtje aan de Kwekersweg behoort tot de monumenten die de stichting wil behouden.
De drijvende kracht achter de stichting is Joke Sickmann. Als geen ander weet zij de mensen of bedrijven te motiveren om deze pareltjes van Amersfoort voor het nageslacht te bewaren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor u reactie,

Wim Lagendijk